De traditionele liturgie van de Kerk ademt eerbied voor God, ook in de gewaden.
De Latijnse liturgie geofferd "op het altaar van de hypocrisie"?
Op zijn vlucht terug naar Rome na zijn reis naar Cyprus en Griekenland afgelopen 6 december, antwoordde paus Franciscus op de vraag van een journalist over het aftreden van de aartsbisschop van Parijs, Michel Aupetit, het volgende: "Ik heb het ontslag van Aupetit aanvaard, niet op het altaar van de waarheid, maar op het altaar van de hypocrisie. Dit is wat ik wil zeggen. "
Verlaten van het "Altaar der Waarheid"
De Argentijnse paus lijkt ook dezelfde houding te hebben aangenomen ten opzichte van de traditionele liturgie van de Kerk. Ondanks de flagrante liturgische misstanden in de vieringen van de nieuwe ritus die in 1969 aan de Kerk werd opgelegd, hebben zowel paus Franciscus als aartsbisschop Arthur Roche - de eerste door middel van het motu proprio Traditiones Custodes, en de tweede door middel van de Responsa ad dubia - de viering van de traditionele mis drastisch ingeperkt. De redenen die voor deze maatregelen worden gegeven, komen neer op "het herstellen van de liturgische eenheid" en het opleggen van de aanvaarding van de doctrines van het Tweede Vaticaans Concilie. Door niet te erkennen dat de verdeeldheid onder de gelovigen over de liturgie juist het gevolg is van het opgeven van de ritus van de apostolische traditie en het opleggen van een nieuwe Romeinse ritus van de Mis onder auspiciën van het Concilie, heeft men "het altaar van de waarheid" verlaten. Vóór die verandering kon een katholiek bijna overal ter wereld reizen en dezelfde mis bijwonen, in dezelfde universele taal van de Kerk, met dezelfde gebeden, dezelfde gewaden en vooral met waardige aandachtigheid.
Ritus Modernus vervangt Ritus Romanus
De Duitse liturg, monseigneur Klaus Gamber, geeft er de voorkeur aan de traditionele ritus van de mis Ritus Romanus te noemen en de nieuwe ritus van paus Paulus VI Ritus Modernus. Hij legt uit dat het onnauwkeurig en zelfs onjuist is om de traditionele Romeinse ritus de "Mis van St. Pius V" of "Tridentijnse Mis" te noemen. "In strikte zin is er geen 'Tridentijnse Mis'," schrijft hij, "want, althans bij het sluiten van het Concilie van Trente, was er geen sprake van het ontstaan van een nieuwe misorde; en het 'Missaal van St. Pius V' is niets anders dan het Missaal van de Romeinse Curie, dat al eeuwen eerder in Rome het licht had gezien. " In zijn toespraak waarin hij de invoering van de "Nieuwe Mis" aankondigde, maakte paus Paulus VI duidelijk dat het bij deze "liturgische vernieuwing" niet ging om oppervlakkige liturgische wijzigingen, maar om een volledige verandering van de ritus van de Mis. Daarom verwees hij heel vaak naar de "nieuwe ritus van de Mis" of gewoon naar de "nieuwe ritus". En zo zei Paus Paulus VI vlak voor de invoering: "Wij vragen u nogmaals uw aandacht te richten op de liturgische vernieuwing van de nieuwe ritus van de Mis. Deze nieuwe ritus zal worden ingevoerd in onze viering van het heilig Misoffer vanaf de volgende zondag, de eerste van de Advent, 30 november [in Italië]."
Breken met de Kerkelijke Traditie
Paus Paulus VI erkende dat hij, door het opleggen van zijn "nieuwe ritus", brak met de liturgische traditie van de Kerk: "Een nieuwe ritus van de mis: Het is een verandering in een eerbiedwaardige traditie die al eeuwen voortduurt. Dit is iets dat ons erfelijk religieus patrimonium aantast, dat het voorrecht leek te genieten onaantastbaar en gevestigd te zijn. Het leek het gebed van onze voorvaderen en onze heiligen op onze lippen te brengen en ons de troost te geven ons trouw te voelen aan ons geestelijk verleden, dat wij in leven hielden om het door te geven aan de volgende generaties."
En ook zei hij: "Het is op zo'n moment als dit dat we een beter begrip krijgen van de waarde van de historische traditie en de gemeenschap van de heiligen. Deze verandering zal gevolgen hebben voor de plechtigheden van de Mis."
De ernst van de breuk met de apostolische traditie
Deze uitspraken van paus Paulus VI zijn des te ernstiger omdat de Romeinse ritus (de "Tridentijnse Mis") van apostolische oorsprong is. Welnu, breken met de apostolische traditie brengt zeer ernstige theologische problemen met zich mee. Mgr. Klaus Gamber schrijft: "[D]e pausen hebben herhaaldelijk opgemerkt dat de ritus [van de Mis] gegrondvest is op de apostolische traditie." In een noot citeert hij brieven van de pausen Innocentius I (402-417) en Vigilius (538-555) die deze uitspraak doen. Verder geeft hij commentaar op de mening van grote theologen uit het verleden, zoals kardinaal Cajetan (+1534) en Suarez (+1617), dat "een paus schismatisch wordt "...als hij alle liturgische riten van de Kerk zou veranderen die door de apostolische traditie zijn gehandhaafd. "
Opoffering van Latijn, Gregoriaans en andere spirituele schatten van de Kerk
Alles aan de mis zal nu anders zijn, zei Paulus VI: "Wij zullen ons ervan bewust worden, misschien met enig gevoel van ergernis, dat de plechtigheden aan het altaar niet langer worden uitgevoerd met dezelfde woorden en gebaren waaraan wij gewend waren - misschien zozeer gewend dat wij er geen acht meer op sloegen."
Paus Paulus VI was zich er terdege van bewust dat hij het Latijn opofferde, deze onvervangbare "taal van de engelen" en andere kostbare geestelijke schatten van de Kerk: "Het is hier dat de grootste nieuwigheid zal worden opgemerkt, de nieuwigheid van de taal. Niet langer het Latijn, maar de spreektaal zal de voornaamste taal van de Mis zijn. De invoering van de volkstaal zal zeker een groot offer zijn voor hen die de schoonheid, de kracht en de expressieve sacraliteit van het Latijn kennen. Wij nemen afscheid van de spraak van de christelijke eeuwen; wij worden als profane indringers in het literaire reservaat van de gewijde taal. Wij zullen een groot deel verliezen van dat ontzagwekkende en onvergelijkbare artistieke en geestelijke ding, het Gregoriaans. We hebben inderdaad reden tot spijt, reden tot bijna verbijstering. Wat kunnen we in de plaats stellen van die taal van de engelen? We geven iets op dat van onschatbare waarde is."
Een banaal en prozaïsch menselijk antwoord
De Paus (Paulus VI) stelt deze voor de hand liggende vraag:
"Maar waarom? Wat is er kostbaarder dan deze meest verheven waarden van onze Kerk?"
En hij antwoordt:
"Het antwoord zal banaal lijken, prozaïsch. Toch is het een goed antwoord, omdat het menselijk is, omdat het apostolisch is.”
"Begrip van het gebed is meer waard dan de zijden gewaden waarin het koninklijk is gehuld. Deelname van het volk is meer waard - in het bijzonder deelname van de moderne mensen, die zo dol zijn op gewone taal die gemakkelijk te begrijpen is en omgezet kan worden in alledaagse spraak.”
"Als het goddelijk Latijn ons afschermde van de kinderen, van de jeugd, van de wereld van arbeid en zaken, als het een donker scherm was en geen helder venster, zou het dan juist zijn als wij, zielenvissers, het zouden handhaven als de exclusieve taal van gebed en godsdienstige omgang?"
Lees ook: De nieuwe “gerechtigheid" van paus Franciscus en zijn egalitaire "synodale kerk"
Was het de moeite waard?
Nu er een halve eeuw voorbij is, is het zaak om te vragen: Was het het waard? Heeft het "grote offer" om "de goddelijke Latijnse taal" op te geven en te vervangen door "gewone taal", de kinderen, de jeugd, "de wereld van de arbeid en van de handel" dichter bij de Kerk gebracht? Nee. Het tegenovergestelde gebeurde: de kerken liepen leeg, en weinig katholieken gaan nu nog naar de H. Mis. De kerken die vollopen op zon- en feestdagen zijn juist die kerken waar de mis wordt opgedragen volgens de Vetus Ordo, in het Latijn, en waar gregoriaans weerklinkt. In werkelijkheid waren het grotendeels banaliteit en prozaïsme wat paus Paulus VI introduceerde in de viering van de H. Mis en de gelovigen wegdreef.
Paus Franciscus voltooit het werk dat begonnen is door paus Paulus VI
In zijn motu proprio Traditionis Custodes van 16 juli 2021 en de verklarende brief aan de bisschoppen heeft paus Franciscus de viering van de H. Mis in de traditionele ritus genadeloos zoveel mogelijk aan banden gelegd (met het oog op haar uitroeiing), hoewel deze, zoals we hebben gezien, van apostolische oorsprong is. De Responsa ad dubia van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Sacramenten, ondertekend door aartsbisschop Arthur Roche op 4 december 2021, heeft de toch al draconische bepalingen van het motu proprio Traditionis Custodes nog verder verhard. Door een totale oorlog te voeren tegen de traditionele liturgie van de Mis, om deze erfenis van christelijke vroomheid te vernietigen, voltooit paus Franciscus de afbraak van de "eerbiedwaardige traditie die eeuwenlang is doorgegaan" van de liturgische ritus van apostolische oorsprong.
Lees ook: ‘Samenzwering’ bezien vanuit de katholieke leer
Petities en smeekbeden mochten niet baten
Bij de invoering van de nieuwe Mis had het nieuws van het opgeven van de traditionele Latijnse liturgie niet alleen een diepe impact op praktiserende katholieken, maar ook op niet-katholieken. In 1971 zonden vijftig intellectuelen en kunstenaars, samengesteld uit katholieken, niet-katholieken en zelfs Joden, aan paus Paulus VI een oproep en maakten die openbaar, waarin zij aandrongen op het behoud van de traditionele liturgie als een erfgoed van de mensheid. De Verklaring van Geleerden, Intellectuelen en Kunstenaars die in Engeland wonen, zei onder andere,
"Als een of ander onredelijk decreet de totale of gedeeltelijke vernietiging van basilieken of kathedralen zou bevelen, dan zouden uiteraard de geleerden - ongeacht hun persoonlijke overtuigingen - met afschuw in opstand komen om zich tegen een dergelijke actie te verzetten.”
"Het is een feit dat basilieken en kathedralen werden gebouwd om een ritus te vieren die tot enkele maanden geleden een levende traditie vormde. We hebben het over de rooms-katholieke Mis. Maar volgens de laatste informatie uit Rome bestaat er een plan om die Mis tegen het einde van dit jaar uit te wissen" ...
"We hebben het hier niet alleen over de religieuze of spirituele ervaring van miljoenen mensen. De ritus in kwestie, in zijn prachtige Latijnse tekst, heeft ook een groot aantal onschatbare prestaties in de kunsten geïnspireerd - niet alleen mystieke werken, maar tevens werken van dichters, filosofen, musici, architecten, schilders en beeldhouwers in alle landen en tijdperken. Aldus behoort zij zowel tot de universele cultuur als tot de kerkelijke en in strikte zin christelijke cultuur. "
De oproep van de kardinalen
Nog kritischer dan deze oproep van intellectuelen en kunstenaars, die het verband tussen schoonheid en waarheid goed begrepen, zijn werken van theologen, priesters en leken die laten zien hoe de nieuwe Mis afweek van het Concilie van Trente en het protestantisme benaderde. In juni 1969 stuurden de kardinalen Ottaviani en Bacci paus Paulus VI een begeleidende brief met een studie getiteld, Een kritische studie van de nieuwe orde van de Mis. Hun brief bevat deze zeer ernstige constatering:
"De Novus Ordo Missae - gezien de nieuwe elementen die voor zeer verschillende interpretaties vatbaar zijn en die worden geïmpliceerd of als vanzelfsprekend worden beschouwd - vertegenwoordigt, zowel in zijn geheel als in zijn details, een opvallende afwijking van de katholieke theologie van de Mis zoals die werd geformuleerd in zitting 22 van het Concilie van Trente. De "canons" van de ritus die toen definitief werden vastgesteld, vormden een onoverkomelijke barrière tegen elke ketterij die de integriteit van het Mysterie zou kunnen aantasten.”
Een Mis zonder sacraliteit
De nieuwe ritus heeft de sacraliteit en het mysterie verloren die het Latijn eraan gaf, de eerbied van de priester die naar God kijkt op het altaar en bidt met een zachte stem alsof hij overweldigd is door de grootsheid van het dienen als een instrument van Onze Heer Jezus Christus om het goddelijke offer in sacramentele vorm te wijden en op te dragen, en zo het Offer van Golgotha te telkens te vernieuwen. In de "nieuwe ritus" van paus Paulus VI werd de mis een voortdurend gepraat, een voortdurende en banale dialoog tussen de celebrant en de kerkgemeenschap, waarbij gesuggereerd wordt dat de gelovigen concelebreren met de priester. Er wordt zoveel nadruk gelegd op de verzameling van gelovigen dat pater Joseph de Sainte-Marie, O.C.D., opmerkte dat "door dit communitaire aspect te verabsoluteren" de nieuwe Mis "heeft geleid tot antropocentrisme, [met] de gemeenschap die zichzelf viert. " Het is dan ook geen wonder dat er in de viering van de Mis volgens de Novus Ordo Missae in de afgelopen vijftig jaar zoveel dwalingen en misstanden zijn geweest.
Dit artikel van Luiz Sérgio Solimeo verscheen eerder in het Engels op tfp.org. Daar zijn ook de bronverwijzingen te lezen.